Voorbeeld van problemen die een indicatie vormen voor paardenfysiotherapie:

• Rugklachten
• Stijfheid
• Gevoeligheid bij het borstelen
• Problemen bij het opzadelen en/ of aansingelen
• Gevoeligheid of spanning bij het opstijgen of doorzitten
• Verschil tussen de buiging naar links en/ of naar rechts (paard is sterk aan één kant)
• Problemen met de nageeflijkheid
• Moeite met de zijgangen
• Moeite met tempowisselingen en/ of overgangen
• Scheef lopen
• Moeite met springen
• Verminderde of asymmetrische bespiering
• Verzet, zoals bokken, steigeren, hoofd omhoog, vluchtgedrag (schrikkerig zijn) of staken
• Ataxie (problemen met de coördinatie)
• Arthrose in rug, nek of benen
• Kissing spines
• Spier-, pees- of bandletsels
• Moeilijk voor de ruiter om door te zitten